DE 'ONAFHANKELIJKE' MENS
Regelmatig hoort men mensen zeggen, dat men niet afhankelijk wil zijn.
Niet van een medemens en zeker niet van de God (JHWH), die hemel en aarde schiep.
Het lijkt of het streven (drang) naar onafhankelijkheid, diep in de mens, verankerd is.
Men hoort de ‘onafhankelijke’ mens zeggen:
-- ‘Wat is goed en wat is fout?’
en/of
-- ‘Wie bepaalt wat goed en wat fout is?’
Al snel komt men tot de ontdekking, dat de ‘onafhankelijke’ mens zelf wil bepalen wat goed en/of fout is. Vervolgens zijn er in deze wereld miljarden meningen over goed en fout. Daarbij wekt de ‘onafhankelijke’ mens de indruk, dat zij God (JHWH) hebben afschaft en zichzelf tot ‘god’ verheven hebben.
Deze drang naar onafhankelijkheid zou de aarde, op termijn, in een chaos hebben veranderd. Om dit te voorkomen heeft de ‘onafhankelijke’ mens getracht, doormiddel van structuren en regels, één en ander in ‘goede’ banen te leiden. Deze structuren en regels werden/worden de mens dan weer opgelegd en men vraagt zich vervolgens af:
waar is nu de onafhankelijke mens?
Wat verder opvalt is, dat de ‘onafhankelijke’ mens, zich niet zelden tracht te rechtvaardigen.
Daarbij wekt de ‘onafhankelijke’ mens de indruk, ergens recht op te hebben.
De strekking van hetgeen de ‘onafhankelijke’ mens zegt, komt neer op: ‘Ik/Wij hebben het recht aan onze kant’.
Dit roept de vraag op: Welk recht?
De ‘onafhankelijke’ mensen verdedigen hun stelling, door gebruik te maken van een uitgebreid pallet aan argumenten.
Zo hoort men de ‘onafhankelijke’ mens o.a. zeggen: ‘Ik heb er hard voor gewerkt en heb daar dus recht op’.
De zogenaamde vrome ‘onafhankelijke’ mens hoort men zeggen: ‘Mijn/onze voorspoed en welvaart zijn een zegen van God’.
Deze zelf rechtvaardiging roept weer nieuwe vragen op.
Zou de ‘onafhankelijke’ mens zich niet moeten afvragen:
-- Indien men goed handelt, heeft men het dan nodig zichzelf te rechtvaardigen?
-- Voelt men zich dan schuldig?
-- Waar komt dit schuldbesef vandaan?
-- Bestaat er zoiets, als ergens recht op te hebben?
-- Wat heb ik met de van God ontvangen zegen gedaan?
-- Enzovoort.
Vragen, vragen en nog veel meer vragen!
Zelden hoort men de ‘onafhankelijke’ mens vragen: 'Waar komt mijn wens (drang) naar onafhankelijkheid uit voort?'
-- Zou de ‘onafhankelijke’ mens, bewust of onbewust, het antwoord kennen?
-- Is het niet zo, dat de wens (drang) naar onafhankelijkheid voortkomt uit een ‘zelfzuchtige begeerte’?
De ‘onafhankelijke’ mens volgt namelijk zijn/haar eigen wil/weg en gaat daarover met ieder de strijd aan, zelfs met het Woord (De Bijbel).
In het Woord (De Bijbel) staat het zo:
- Een zelfzuchtige jaagt naar zijn eigen verlangen, hij barst los tegen alle wijsheid. (Spreuken 18:1)
Zo zien wij tot op de dag van vandaag een ‘menselijke’ elite die ten koste van anderen, blijkbaar alles mag en kan. Bewust of onbewust onderschat en/of ontkent de ‘onafhankelijke’ mens de gevolgen van deze keus, zoals: moord, doodslag, geweld, oorlogen, terreur, oneerlijke verdeling van aardse rijkdommen, honger, natuur rampen, ziektes, echtscheiding, sexueel afwijkend gedrag, abortus, euthanasie, enzovoort.
Zo geheel anders was de Here Jezus Christus.
De Here Jezus Christus stelde zich geheel afhankelijk op van Zijn Vader, God (JHWH).
- Jezus dan antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze. (Johannes 5:19)
- En nadat Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich met het gezicht ter aarde en bad: Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt. (Mattheus 26:39)
- Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft. (Johannes 5:30)
- En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb! (Mattheus 3:17)
- Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, (Filippenzen 2:6)
- Mat.20:28 ‘gelijk de Zoon des mens/mensenen niet gekomen is om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.’ (zie tevens Mar.10:45)
- maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. (Filippenzen 2:7-8)
Wat is de diepste oorzaak van dit streven (drang) naar onafhankelijkheid van de mens?
Het verlangen van de Almachtige God die de Hemel en aarde geschapen heeft is, dat de mens Hem zoekt.
- De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. (Psalmen 14:2)
- God heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. (Psalmen 53:3)
- zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. Hun mond is vol vervloeking en bitterheid, hun voeten zijn snel om bloed te vergieten. Vernieling en ellende is op hun wegen, en de weg van de vrede hebben zij niet gekend. De vreze Gods staat hun niet voor ogen. (Romeinen 3:10-18)
- Hoe kunt u geloven, u die eer van elkaar aanneemt en de eer van de enige God niet zoekt? (Johannes 5:44)
De Here God wil, dat de mens zijn liefde volledig op Hem richt en vanuit die relatie op zijn naaste.
- Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet, en de Profeten. (Mattheüs 22:37-40)
Conclusie
Ik ben tot de slotsom gekomen, dat de wens (drang) naar onafhankelijkheid, niets anders is dan Zelfzucht en IJdelheid.
De mens die meent kennis te hebben van goed en kwaad, zonder God (JHWH) de Schepper van hemel en aarde, is niet in staat vast te stellen wat werkelijk goed en kwaad is. Deze mens doet altijd een ander te kort en zou beter af zijn, in navolging van de Here Jezus Christus, te kiezen om in afhankelijkheid van God (JHWH) te leven.
Tot slot
Wil het vorenstaande zeggen, dat de mens (individuen, groepen en volken) geen vrije keus heeft en slaafs moet volgen?
Zeker niet!
Ieder mens (individuen, groepen en volken) heeft een vrije keus, maar deze keus staat los van de wens (drang) naar onafhankelijkheid. Gehoor geven aan de wens (drang) naar onafhankelijkheid, is op zich een keus die leid naar slavernij.
De mens (individuen, groepen en volken) die kiest voor een leven in afhankelijkheid van God (JHWH), kent de zegeningen die God (JHWH), dagelijks, schenkt. Door deze zegeningen te delen met anderen, zijn zij getuigen van Zijn genade in deze wereld.
Willem Boonstra.
WILT U MEER WETEN ?
|