belevingscultuur
Als ik de huidige Nederlandse cultuur bekijk dan kom ik tot de slotsom, dat wij leven in een belevingscultuur.
In onze cultuur van vandaag staat het gevoel centraal. Waarheid is dat wat goed voelt.
Het is echter ook een cultuur waarin men op zoek is naar zin en levensoriëntatie.
Ook binnen de ‘christelijk’ Nederland (eigenlijk de gehele westerse wereld) ziet men dit cultuur verschijnsel. Legio aan boeken, lectuur, muziek en predikers van ‘alleen positief’ en ’zoeker vriendelijk’ programma’s, worden ons aangeboden. Als een stel verwende kinderen loopt men van de ene naar de andere bijeenkomst waar de zinnen geprikkeld en bevredigd worden.
Wanneer je om je heen kijkt ontstaat de indruk, dat wij in een tijd leven waarin mensen:
-- de gezonde leer niet meer verdragen;
-- hun gehoor verwend is;
-- naar hun eigen begeerte zich tal van leraars bijeenhalen.
De boodschap over zonde en sterven aan jezelf (levens heiliging) past niet meer in hun plaatje. De al oude boodschap van de apostelen en daarmee de Bijbel worden daarop aangepast (gerelativeerd). Zo las ik onlangs , dat de theologe Manuele Kalsky opriep, om het overgeleverde kerkelijk dogma over de verlossing door Jezus dood op het kruis te relativeren. Kalsky stelt: ‘Christenen moeten niet in Jezus maar met Jezus geloven’. Dit is een duidelijk voorbeeld van een theologie waar men niet meer naar God luistert, maar waar men God modelleert naar behoeften en verwachtingspatroon.
De Bijbel is hier heel duidelijk over:
De verantwoordelijkheid en de motivatie van deze predikers, die op de wensen, behoeften en verwachtingspatronen van mensen inspelen, lijkt wel duidelijk. Het evangelie, dat zij verkondigen, blijkt een goed rendement te hebben en velen lijden daardoor een zeer comfortabel bestaan. Christenen die hierin meegaan mogen zich afvragen, in hoeverre zij verantwoordelijk zijn. Het mag duidelijk zijn, dat nooit iemand van deze mensen had gehoord, als men niet massaal achter hun ‘valse leer’ aan zou lopen.
Wanneer wij wandelen als kinderen in het licht van de Here Jezus, dan is het onze opdracht/plicht om zulke ‘valse’ leer te ontmaskeren.
Wij worden opgeroepen:
-- Te toetsen wat de Here welbehaaglijk;
-- Niet deel te nemen aan de onvruchtbare werken der duisternis;
-- Ontmaskert ze veeleer;
-- Nauwlettend toe te zien, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen;
-- De gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad;
-- Niet onverstandig te zijn, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.
De vraag die wij christenen ons dus moeten stellen is:
-- Doen wij mee aan deze belevingscultuur of richten wij ons op de Heilige, de Waarachtige.
Onze God heeft ons een geopende deur gegeven die niemand kan sluiten en roept ons op Zijn Woord te bewaren en Zijn Naam niet te verloochenen .
-- Hij kent onze werken.
-- Wordt nuchter en waakzaam.
-- Wederstaat uw tegenpartij, de duivel, die rond gaat als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
Daarbij hebben wij de belofte en de waarschuwing van onze Heer en Heiland Jezus Christus:
-- Ik kom spoedig;
-- houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
Laten wij leven vanuit deze hoop en verwachting , dat wij onze Heer en Heiland Jezus Christus spoedig tegemoet mogen gaan en laten wij in volharding toe zien op onszelf en op de leer.
Willem Boonstra
Uitgave januari 2009
In onze cultuur van vandaag staat het gevoel centraal. Waarheid is dat wat goed voelt.
Het is echter ook een cultuur waarin men op zoek is naar zin en levensoriëntatie.
Ook binnen de ‘christelijk’ Nederland (eigenlijk de gehele westerse wereld) ziet men dit cultuur verschijnsel. Legio aan boeken, lectuur, muziek en predikers van ‘alleen positief’ en ’zoeker vriendelijk’ programma’s, worden ons aangeboden. Als een stel verwende kinderen loopt men van de ene naar de andere bijeenkomst waar de zinnen geprikkeld en bevredigd worden.
Wanneer je om je heen kijkt ontstaat de indruk, dat wij in een tijd leven waarin mensen:
-- de gezonde leer niet meer verdragen;
-- hun gehoor verwend is;
-- naar hun eigen begeerte zich tal van leraars bijeenhalen.
- Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten. Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels. (2 Timotheüs 4:3-4)
De boodschap over zonde en sterven aan jezelf (levens heiliging) past niet meer in hun plaatje. De al oude boodschap van de apostelen en daarmee de Bijbel worden daarop aangepast (gerelativeerd). Zo las ik onlangs , dat de theologe Manuele Kalsky opriep, om het overgeleverde kerkelijk dogma over de verlossing door Jezus dood op het kruis te relativeren. Kalsky stelt: ‘Christenen moeten niet in Jezus maar met Jezus geloven’. Dit is een duidelijk voorbeeld van een theologie waar men niet meer naar God luistert, maar waar men God modelleert naar behoeften en verwachtingspatroon.
De Bijbel is hier heel duidelijk over:
- Maar er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals er ook onder u valse leraars zullen zijn, die heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Daarmee verloochenen zij zelfs de Heere, Die hen gekocht heeft, en brengen zij een snel verderf over zichzelf. En velen zullen hen, door wie de weg van de waarheid gelasterd zal worden, op hun verderfelijke wegen navolgen. En zij zullen u door hebzucht met verzonnen woorden uitbuiten. (2 Petrus 2:1)
De verantwoordelijkheid en de motivatie van deze predikers, die op de wensen, behoeften en verwachtingspatronen van mensen inspelen, lijkt wel duidelijk. Het evangelie, dat zij verkondigen, blijkt een goed rendement te hebben en velen lijden daardoor een zeer comfortabel bestaan. Christenen die hierin meegaan mogen zich afvragen, in hoeverre zij verantwoordelijk zijn. Het mag duidelijk zijn, dat nooit iemand van deze mensen had gehoord, als men niet massaal achter hun ‘valse leer’ aan zou lopen.
Wanneer wij wandelen als kinderen in het licht van de Here Jezus, dan is het onze opdracht/plicht om zulke ‘valse’ leer te ontmaskeren.
Wij worden opgeroepen:
-- Te toetsen wat de Here welbehaaglijk;
-- Niet deel te nemen aan de onvruchtbare werken der duisternis;
-- Ontmaskert ze veeleer;
-- Nauwlettend toe te zien, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen;
-- De gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad;
-- Niet onverstandig te zijn, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is.
- En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer. Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen. Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht. Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten. Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de Heere is. (Efeze 5:11-17)
De vraag die wij christenen ons dus moeten stellen is:
-- Doen wij mee aan deze belevingscultuur of richten wij ons op de Heilige, de Waarachtige.
Onze God heeft ons een geopende deur gegeven die niemand kan sluiten en roept ons op Zijn Woord te bewaren en Zijn Naam niet te verloochenen .
-- Hij kent onze werken.
-- Wordt nuchter en waakzaam.
-- Wederstaat uw tegenpartij, de duivel, die rond gaat als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden.
- Ik ken uw werken. Zie, Ik heb voor uw ogen een geopende deur gegeven en niemand kan die sluiten, want u hebt weinig kracht en toch hebt u Mijn Woord in acht genomen en Mijn Naam niet verloochend.(Openbaring 3:8)
Daarbij hebben wij de belofte en de waarschuwing van onze Heer en Heiland Jezus Christus:
-- Ik kom spoedig;
-- houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
- Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. (Openbaring 3:11)
Laten wij leven vanuit deze hoop en verwachting , dat wij onze Heer en Heiland Jezus Christus spoedig tegemoet mogen gaan en laten wij in volharding toe zien op onszelf en op de leer.
Willem Boonstra
Uitgave januari 2009